Werelderfgoed Waddenzee

De zee ziet er deze ochtend op het eerste gezicht uit als zo veel andere zeeën. Enkele golfjes spatten op de kust uiteen, maar verder is het water rustig. Een paar vogels zweven rustig boven het strand waar her en der mensen lopen. Maar als je vijf uur later terugkomt, is de situatie helemaal anders. Dan is het water namelijk weg, verdwenen.

We bevinden ons in de westelijke hoek van Sønderjylland waar de Waddenzee een bijzondere grens vormt met de woestere Noordzee. De Waddenzee staat bekend om zijn krachtige getijden, waarbij het ongeveer om de zes uur wisselt tussen eb en vloed. In deze streek kan het waterpeil veranderen met maar liefst 1,80 meter verschil. Dat verklaart dat sommige kuststroken af en toe volledig droog liggen, terwijl ze op andere momenten helemaal onder water staan.

Als een van de weinige plekken in Denemarken kreeg de Waddenzee in juni 2014 de eer om opgenomen te worden op de zogenaamde UNESCOwerelderfgoed lijst. Dat is een lijst met de meest uitzonderlijke natuurgebieden en stedelijke gebieden ter wereld die het verdienen om in stand te worden gehouden. De Waddenzee is opgenomen vanwege de grote natuurlijke diversiteit van het gebied.

Eerder waren al het Nederlandse en Duitse deel van de Waddenzee op de lijst opgenomen. Bovendien is de Waddenzee sinds oktober 2010 onderdeel van het Deense nationale park Waddenzee: Nationalpark Vadehavet.

Sinds de Waddenzee is uitgeroepen tot werelderfgoed, is de interesse voor het gebied merkbaar toegenomen, vooral onder buitenlandse bezoekers. Zo komen er nu onder andere meer bezoekers uit Italië, Spanje en de Verenigde Staten, die speciaal op reis gaan om plekken aan te doen met de status van werelderfgoed.

Wat kunnen die grotere aantallen toeristen dan zoal ervaren bij een bezoek aan het nationale park van de Waddenzee? In de eerste plaats de schitterende fauna, met in het bijzonder het rijke vogelleven. Ieder jaar passeren 10 tot 12 miljoen vogels dit gebied tijdens de vogeltrek. In het voorjaar vliegen ze naar het noorden om in het najaar weer naar het zuiden te trekken.

In de regel houden ze onderweg pauze in en rond de Waddenzee, het gebied is namelijk erg rijk aan voedsel voor de vogels. Je ziet vooral spreeuwen, strandlopers en ganzen tijdens de trek. 

De periodes van maart tot mei en van september tot november zijn het beste om de grote vogeltrek te ervaren, die als een magneet werkt op amateurornithologen en meer professionele vogelaars. De grote groepen vogels zijn echter ook mooi om te zien voor mensen zonder bijzondere interesse in vogels. Naast de trekvogels komen in het gebied ook miljoenen vogels voor die hier hun vaste verblijfplaats hebben, met onder andere veel scholeksters en wulpen.